• Home
  • Over mij
  • Aanbod
  • Slaapgidsen
  • Reviews
  • Blog
  • Contact
  • Gratis Slaapmagazine
  • Facebook
  • Instagram
  • Boeken
  • Contact
Slaaptalent
MENU
  • Home
  • Over mij
  • Aanbod
  • Slaapgidsen
  • Reviews
  • Blog
  • Contact
  • Gratis Slaapmagazine
  • ( 0 )

      Subtotal: 0

      View Cart Checkout

    Slaapregressies

    Herken jij het gevoel? Eindelijk een ritme en dan BAM! Weg ritme. Het slapen gaat plotseling moeilijker of de dutjes overdag voelen weer als een hele uitdaging. De kans is groot dat je te maken hebt met een slaapregressie. In deze blog vertel ik je alles over de verschillende slaapregressies.

    Een slaapregressies is een periode waarin je kindje plotseling en tijdelijk minder goed slaapt. Dit komt doorgaans door een ontwikkeling op een ander gebied; mentale en fysieke mijlpalen. Door de nieuwe ontwikkeling zijn de hersenen van je kindje tijdelijk “overbelast” waardoor het slapen minder makkelijk verloopt. Een slaapregressie kan 2 tot 4 weken duren. Kindjes die zelfstandig in slaap kunnen vallen, lijken doorgaans minder last te hebben van een slaapregressie dan kindjes die al moeite hebben met zelfstandig in slaap vallen.

    Slaapregressie van 4 maanden

    De eerste slaapregressie waar jij en je kindje doorheen gaan. Deze slaapregressie kan behoorlijk pittig zijn. Waar je kindje voorheen 6-8 uur sliep tijdens de nacht, kan het zijn dat je kindje nu iedere 1-2 uur in de nacht wakker is. De typische hazenslaapjes overdag zijn ook zeker een kenmerk van de 4 maanden slaapregressie. Deze slaapregressie is geen fase, het is een gevolg van een definitieve verandering van de slaapcyclus. De slaapcyclus van je kindje wordt uitgebreid met meer slaapfases. Aan het einde van iedere cyclus volgt vanaf nu een korte wake-up, je kindje zal erna weer de stappen van in slaap vallen moeten herhalen. Ieder kindje krijgt te maken met deze verandering in slaapcyclus, dit gebeurt rond de leeftijd van 3-5 maanden.

    Werk aan de winkel!

    Dit is het perfecte moment om geleidelijk toe te werken naar zelfstandig leren slapen vanuit een krachtige en liefdevolle slaapbasis. Als je kindje deze vaardigheid nog niet onder de knie heeft en met hulp in slaap valt (niet erg!), is het moeilijk voor je kindje om zelf een nieuwe slaapcyclus op te starten. Je kindje weet dan niet welke stappen er doorlopen moeten worden om aan het einde van een cyclus weer zelf terug in slaap te vallen. Slaapassociaties waarbij JIJ nodig bent, kunnen er dus voor zorgen dat je kindje jou vaak nodig heeft tijdens de nacht / bij het koppelen van slaapcyclussen overdag.

    Is het een probleem als ik mijn kindje help en ondersteun bij het in slaap vallen? Nee, zolang het werkt voor jou is het absoluut geen probleem. Maar ik wil je wel adviseren om naar de langere termijn te kijken. Merk je dat het slaapgebrek zijn tol begint te eisen bij jou en/of je kindje? Dan is mijn advies om toe te werken naar zelfstandig leren slapen. Er zijn meerdere manieren om dit te realiseren.

    Op deze leeftijd heeft je kindje baat bij vastere slaapmomenten gedurende de dag. Tijdens de wakkertijd bouwt je kindje slaapschuld op (behoefte om te slapen) en vaste dutjestijden helpen om vermoeidheid tegen te gaan. Slaapspreiding overdag zal de slaap tijdens de nacht positief ondersteunen. Mijn slaapgids voorbeeldroutines helpt je hierbij!

    Slaapregressie van 8-10 maanden

    De tweede slaapregressie vindt plaats rond de leeftijd van 8-10 maanden. Waarschijnlijk ben je net overgestapt van 3 naar 2 dutjes. Ook ontstaat verlatingsangst rond deze leeftijd. Je kindje begint te realiseren dat jij nog altijd bestaat ondanks dat je uit het zicht bent. Dit besef (mama bestaat nog) kan ervoor zorgen dat het slapen een tijdelijke uitdaging zal worden. Kindjes gaan vaak huilen als je de kamer wilt verlaten of zodra je uit het zicht bent. Het spelletje “kiekeboe” kan helpen. Probeer steeds iets langer weg te blijven. Je kindje leert dat jij altijd weer terug komt.

    Dan nog de fysieke mijlpalen zoals rollen, leren zitten en kruipen. Door al deze ontwikkelingen raakt het slapen even uit balans. Oefen nieuwe vaardigheden intensief overdag. Hoe sneller je kindje de nieuwe vaardigheid onder de knie heeft, des te sneller jij je nachtrust terug hebt.

    Slaapregressie van 12 maanden

    Wanneer de eerste verjaardag nadert, bestaat de kans dat je weer in een nieuwe slaapregressie terecht komt. Welkom in de wereld van de 12 maanden slaapregressie! Het is niet raar dat het slapen weer tijdelijk minder goed verloopt, want er gebeurt op dit moment behoorlijk veel! Kruipen, optrekken, het zetten van de eerste stapjes en leren communiceren.

    Kenmerkend aan deze slaapregressie is dat je kindje dutjes gaat weigeren. Laat je niet voor de gek houden en probeer je ritme in stand te houden. De meeste kindjes zijn er pas aan toe om het tweede dutje te laten vallen als ze ongeveer 15-18 maanden oud zijn. Blijf twee dutjes per dag aanbieden, op deze manier verklein je de kans op oververmoeidheid. Als je consequent blijft handelen, zal je kindje het ritme weer sneller herpakken. Spendeer meer tijd aan je bedtijdroutine zodat je kindje tevreden naar bed gaat.

    Slaapregressies van 18 maanden

    Heb je net een dutjesovergang achter de rug, volgt er wederom een slaapregressie. Niet alleen de dutjes overgang is een pittige verandering, ook op het gebied van taal maakt je kindje weer een enorme ontwikkeling door. Je dreumes kan op deze leeftijd nadrukkelijk aanwezig zijn, dit laat hij blijken met zijn stem. Ook leert je dreumes te begrijpen dat zijn acties bepaalde reacties opleveren en dat dit wel eens héél leuk kan zijn! De combinatie van minder slaap vanwege de dutjesovergang en mijlpalen zorgen weer tijdelijk voor onrustige nachten. Je kunt dit merken aan het moeilijk in slaap vallen (huilen-driftbuien) en niet naar bed willen gaan. Korte middagdutjes en het weigeren van middagdutjes hoort zeker bij deze slaapregressie. Annuleer een dutje niet voordat 60 minuten voorbij zijn, natuurlijk kun je je kindje tussentijds troosten en geruststellen.

    We zien vaak een tweede golf van verlatingsangst tijdens de 18 maanden slaapregressie. Je kindje kan nu heel bewust zijn stem inzetten om duidelijk te maken dat hij maar één ding wil; terugkomen mama! Op dit punt is het belangrijk dat je blijft vasthouden aan je gebruikelijke routine, want voordat je het weet ontstaan er associaties die je op de langere termijn niet wilt behouden. Geef je kindje een knuffeltje in bed, dit helpt vaak bij verlatingsangst. Nachtlampjes zijn nog niet nodig op deze leeftijd. Ik weet uit ervaring dat het lastig is om consequent te blijven, maar deze duidelijkheid heeft je kindje echt nodig.

    Slaapregressie van 2 jaar

    Hoera, je kindje is 2 jaar. Je krijgt nog een slaapregressie cadeau. Het kan voorkomen dat je peuter geen zin heeft om tijdens de middag te gaan slapen, althans dat idee geven ze ons. Niet omdat je peuter niet moe is, maar omdat je peuter de grenzen aan het verkennen is en last heeft van FOMO (Fear Of Missing Out). Het woordje “nee” staat bovenaan het lijstje van je kindje en wordt dan ook graag ingezet tijdens de middagdutjes. Toch hebben de meeste kindjes baat bij een middagdutje tot 2.5 jaar of ouder. Verdwijnt dit dutje te snel, dan kan het zijn dat je kindje moeite heeft met comfortabel wakker blijven tot aan bedtijd en dit merk je aan het gedrag (driftbuien) van je kindje. Dus annuleer het dutje niet binnen 3 tellen, zet even door! Zorg ook dat je kindje voldoende fysieke activiteiten heeft overdag (ga naar buiten!) zodat je kindje ook echt moe is aan het einde van de dag.

    Is de overstap naar een groot bed dan de oplossing? Nee. Rondom de leeftijd van twee jaar is de impulscontrole (onderdrukken van impulsen en bewegingen) nog niet volledig tot ontwikkeling gekomen en vaak zie je dat kindjes na de aanschaf van een groot bed (na enkele maanden) toch eruit komen.

    Vergeet niet dat kindjes ontzettend veel prikkels opvangen. Vergelijk het met een spons die veel water absorbeert. Alle prikkels in samenhang met mijlpalen maakt het slapen met momenten moeilijk. Tijdens alle slaapregressies geldt dat jij de houvast voor je kindje bent. Ga niet plotseling veranderingen doorvoeren, voordat je het weet ontstaan er nieuwe slaapassociaties (achteraf ben je er niet blij mee). Een langere bedtijdroutine, een extra kus en knuffel overdag én accepteren dat je kindje het echt even moeilijk heeft helpt!

    Mocht je na het lezen van deze blog meer hulp willen, neem dan een kijkje bij mijn diensten. Twijfel je of wij een match zijn? Maak dan gratis en geheel vrijblijvend een afspraak in mijn online agenda (www.slaaptalent.nl) voor een kennismakingsgesprek. 

    Veel liefs,

    Ghislaine

     

     

     

    Verlatingsangst: 7 praktische tips

    Vroeg of laat krijgt ieder kindje te maken met verlatingsangst, je kindje is eigenlijk bang dat als jij weggaat je niet meer terug komt. Verlatingsangst is een normale stap in de emotionele ontwikkeling. Maar wat kun jij als ouder doen als de verlatingsangst de kop op steekt? In deze blog lees jij hoe je kunt omgaan met verlatingsangst en wat jij kunt doen zodat je niet plotseling uren in de kamer van je kindje aanwezig bent (mocht je dit niet willen).

    Rondom welke leeftijd ontstaat verlatingsangst?

    Verlatingsangst kan op iedere leeftijd ontstaan, maar meestal begint deze angst rond de leeftijd van 7-8 maanden. De reden hiervoor is dat vanaf 6 maanden kindjes in staat zijn om verbanden te begrijpen. Waar je eerst daadwerkelijk verdween uit het geheugen van je kindje, blijf je nu in het geheugen van je kindje. Je kindje begrijpt dus dat een object (jij) nog bestaat, ook als je niet meer zichtbaar bent (objectpermanentie). Het heeft even tijd nodig voordat je kindje beseft dat jij ook altijd weer terug zal komen.

    Kenmerken van verlatingsangst

    Verlatingsangst kun je herkennen bij je kindje door verschillende signalen:

    • Hartverscheurend huilen als je de (woon)kamer verlaat of je kindje naar de oppas/opvang brengt.
    • Stress en huilen als een vreemde persoon dichtbij komt.
    • Je kindje raakt in paniek zodra jij de kamer verlaat, ook tijdens bedtijd.
    • Je kindje kalmeert zodra jij weer zichtbaar bent.

    Het is belangrijk om te onthouden dat verlatingsangst meestal een fase is. Het ene kindje heeft er meer last van dan het andere kindje. Bepaalde situaties of gebeurtenissen kunnen een trigger zijn en zorgen voor een piek. Denk hierbij aan een slaapregressie, starten bij de kinderopvang, zelf weer aan het werk gaan of onregelmatige slaaptijden. Probeer altijd te onthouden dat het een positieve ontwikkeling is en neem de angst van je kindje serieus. Hoe ouder je kindje zal worden, hoe beter je kindje met de afstand tussen jou en hem zal leren omgaan. Wanneer jouw kindje merkt dat je hem/haar ook weer komt ophalen (en je dus gewoon weer terug komt) zal de verlatingsangst afnemen.

    Wat kun je ertegen doen?

    Het is belangrijk om te zoeken naar een balans; de angst serieus nemen maar de situatie ook niet moeilijker maken én er dus niet te veel in meegaan. Hieronder volgen 7 praktische tips die je kunt inzetten als jouw kindje last heeft van verlatingsangst.

    1. Ontwikkel een speciaal afscheid.

    Denk aan een speciaal versje als je weggaat of een allerlaatste kus met “welterusten”. Herkenbare woorden of een superknuffel.

    1. Kort en krachtig afscheid.

    Je afscheid dient kort en krachtig te zijn, iedere keer weer het speciale versje of de speciale kus/knuffel. Je kindje weet dan precies wat hij/zij kan verwachten en begrijpt dat dit het afscheid is. Er zijn kindjes die er zelfs naar uit kijken. Door consequent te blijven in de afscheidsroutine bouw je vertrouwen op en kan je kindje erna sneller ontspannen. Maak het afscheid nemen niet erger dan dat het is, ook bij de opvang. Ga jij twijfelen of ga jij herhaaldelijk terug als je afscheid hebt genomen, dan is de kans groot dat er meer traantjes verloren gaan dan nodig is.

    Tip van een expert: als dingen onvoorspelbaar zijn of als we te lang bezig zijn met afscheid nemen of het afscheid proberen uit te stellen, kunnen we onbedoeld angst creĂ«ren – precies datgene wat we proberen te vermijden.

    1. Maak duidelijk dat je afscheid neemt.

    Stel het moment van afscheid nemen niet uit. Je kindje moet jou begrijpen. Zeg niet snel “welterusten”, piep er niet tussenuit. Hurk naast het bedje van je kindje zodat je op ooghoogte bent. Je wilt er zeker van zijn dat je kindje begrijpt dat jij afscheid hebt genomen alvorens weg te gaan.

    1. Geef aan wanneer je er weer bent.

    Bespreek het plan. Stel je kindje gerust door aan te geven dat jij hem/haar morgenochtend weer uit bed haalt of na het middagdutje. Door aan te geven dat je altijd weer terugkomt, stel je je kindje gerust. Voor jou kan het heel logisch zijn dat je weer terug komt, voor je kindje niet. Begroet je kindje uitbundig als je kindje weer wakker is. Enthousiast reageren helpt echt!

    1. Heeft je kindje moeite met alleen slapen?

    Als jij voorheen na je bedtijdroutine de kamer verliet, doe dit dan nu ook. Ook al huilt je kindje keihard, probeer even weg te gaan. Vaak vallen kindjes binnen enkele minuten toch zelfstandig in slaap. Voel jij je niet comfortabel om weg te gaan? Ga dan na 1 of 2 minuten terug om je kindje te troosten. Mijn advies is om het troosten zo saai mogelijk te houden, laat je kindje zo lang mogelijk in bed liggen. Biedt een knuffeldoekje aan en leg het vertrouwde item nog eens in de handjes of naast het gezichtje. Probeer toch weer de kamer te verlaten en wacht nu nét iets langer op de gang. Ga na bijvoorbeeld 4 minuten opnieuw troosten, zo saai mogelijk.

    Blijf jij bij je kindje, verwacht dan dat je kindje hier snel aan zal wennen en dit onbewust een nieuwe slaapassociatie kan worden. Geen probleem als dit voor jou werk! Verwacht wel dat jouw kindje onrustig kan worden als jij de kamer verlaat of als je kindje wakker wordt en jij er niet meer bent.

    1. Rommelen op de gang, geluid.

    Het kan helpen om nog even op de gang te “rommelen”. Het horen van een mama of papa die nog even opruimt stelt gerust! Je bent tenslotte nog in de buurt.

    1. Keep calm!

    Uit ervaring weet ik dat het ontzettend moeilijk is om niet mee te gaan in de emotie. Echter, het drama zal alleen nog maar groter worden als jij hierin mee gaat. Blijf rustig, straal vertrouwen uit zodat je kindje weet dat de situatie écht oké is.

    Nu je bovenstaande tips hebt gelezen die betrekking hebben op slapen en verlatingsangst, is het ook belangrijk om overdag aandacht te besteden aan de onafhankelijkheid. Speel regelmatig “kiekeboe” en verdwijn even uit het zicht. Kom wel steeds weer tevoorschijn en reageer dan heel blij. Overdag kun je ook even naar een andere ruimte toe gaan en tegen je kindje blijven praten. Je bent dan uit het zicht, maar wel nog hoorbaar. 

    Mijn meest belangrijke tip; verdwijn nooit plotseling!

    Mocht je na het lezen van deze blog meer hulp willen, maak dan gratis en geheel vrijblijvend een afspraak in mijn online agenda (www.slaaptalent.nl) voor een kennismakingsgesprek. Heb je behoefte aan meer praktische tips die direct toepasbaar zijn? Neem dan een kijkje op mijn Instagram. 

    Veel liefs, Ghislaine

    Links

    • Diensten
    • Blog
    • Over Mij
    • Contact

    Contact

    Slaapcoach
    Ghislaine Blom

    Mail: info@slaaptalent.nl

    Privacy Statement

    Algemene Voorwaarden

    Slaaptalent

    Copyright © 2025 Slaaptalent Slaapcoach - Zuid-Limburg